Fuchsia arborescens
Voor het eerst beschreven door:
John Sims
Gepubliceerd in:
Curtis's Botanical Magazine, London 1825
Herkomst:
Mexico
Groeiomstandigheden:
Op de westelijke hellingen van de Sierra Madre, tussen Durango en Oaxaca en dan dwars door de vulkanische gebergten van Mexico tot aan Vera Cruz. Onderdeel van lage boomgroepen die op 1.700 tot 2.500 m hoogte in vochtige ravijnen en bergkloven in de relatief veel drogere eiken- en dennenbossen van dat gebied, voorkomen.
Synoniemen:
F.arborea Sesse & Mociño (1888); F.arborescens var.typica Munz (1943); Schufia arborescens (Sims) Spach (1835)
Groeivorm:
Rechtopgaande struiken die, zoals de naam al zegt, uit kunnen groeien tot kleine bomen.
Uiterlijk:
Struiken met mooie glanzende bladeren die wat leerachtig aanvoelen, eerst tegenoverstaand, later ook in kransen van 3 of 4. Elliptisch, tot wel 15 cm. lang en to 8 cm. breed. Bovenzijde donkergroen, onderzijde iets lichter, gaafrandig en niet behaard. De tweeslachtige bloemen staan als grote pluimen rechtop op lange stelen aan de uiteinden van de takken. De knoppen komen donkerder over dan de bloem. De bloembuis en kelk zijn rozepaars en de kroon wat lichter lila. Meeldraden roze en de stamper roze-lila. De bessen beginnen klein donkerrood. Later worden ze zwart met een wasachtig laagje alsof ze berijpt zijn. Vaak bovenin al bessen en onderin nog bloemen.
Opmerkingen:
Arborescens betekent ‘een boom wordend’.
Schufia.

beschr.arborescens.

beschr.paniculata.

arborescens americana.

arborescens 69-148.

paniculata.

paniculata lindley.

paniculata parva.

paniculata finca pirineos.

paniculata las margueritas.

paniculata reiman.

paniculata mixensis.