Fuchsia paniculata
Voor het eerst beschreven door:
John Lindley (1856)
Gepubliceerd in:
Gardeners Chronicle, 1856
Herkomst:
Zuid-Mexico tot Centraal-Panama
Groeiomstandigheden:
Ten noorden van de Ishtmus van Tehuantepec op de vochtige westelijke hellingen in de eiken- en dennenbossen en in de altijdgroene nevelwouden in de bergen rond Vera Cruz, in Pueblo en Oaxaca. Op 1.200 tot 2.500 m. hoogte maar ook wel eens lager. En ten zuiden van de landengte van Tehuantepec waar de klimatologische omstandigheden heel anders zijn.
Synoniemen:
F.arborescens var.syringaeflora Lemaire (1848); F.arborescens forma parva Munz (1943); F.arborescens forma tenuis Munz (1943); F.arborescens var.megalantha Donnell Smith (1893); F.liebmannii H.Leveille(1912); F.syringaeflora (Lemaire) Carriere (1873)
Groeivorm
Houtige struik of kleine boom van 3 - 8 m’ hoog. Onbehaard
Uiterlijk
Blad is tegenoverstaand of soms kransvormig met 3 of vier lang elliptische bladeren. Tot 15 cm. lang en 5 cm breed. Ze zijn getand, aan de bovenkant donkergroen en aan de onderzijde wat bleker en wat dunner als van F.arbrescens. F.paniculata komt voor als tweeslachtige plant of als vrouwelijke. In mexico alleen met perfecte bloemen. Ze hebben grote, wat losse pluimen met bloemen aan 2 of 3 grote bloemstelen.  Ook het jonge lot bloeit mee. Vandaar ook seringfuchsia. De bloemen zijn lila-getint. De meeldraden en het stuifmeel wit, de helmhokjes zijn ovaal-niervormig I.t.t. Die van F.arborescens waarvan ze rechthoekig zijn. De stamper is roze. De bessen beginnen donkerrood en verkleuren langzaam naar zwart en krijgen dan een wasachtig laagje. De planten ten zuiden van Tehuantepec komen in 2 vormen voor. De tweeslachtige bloemen zijn kleiner dan van bovengenoemde maar wel compleet met stampers die langer zijn dan de meeldraden of gereduceerd er net onder blijven. De vrouwelijke bloemen hebben ver voorbij de abortieve meeldraden grote 4-lobbige stempels.
Opmerkingen:
Paniculata betekend met panikels, ofwel bloempluimen.
Fuchsia paniculata ssp.paniculata
Voor het eerst beschreven door:
Paul E. Berry und Dennis E. Breedlove
Gepubliceerd in:
NOVON, 1996
Herkomst:
Mexico, rond Vera Cruz en bij Oaxaca.
Groeiomstandigheden:
In de noordelijke gebergten van Oaxaca en de gebergten rond Vera Cruz.
Synoniemen:
F.arborescens var.Zempoalt
Groeivorm
Houtige struik van 2,5 - 4 m’ hoog. Behaard.
Uiterlijk
Bladeren tegenoverstaand, papierachtig, elliptisch en groot, 11 - 25 cm. lang en 4 - 10 cm. breed, aan de oonderzijde langs de nerven zacht behaard, de bovenzijde glad, alleen op de nerven korte haartjes. De bladrand is gezaagd met klieren op de tandeinden. De bloempluimen met kleine, talrijke bloemetjes staan rechtop. Ook hier planten met tweeslachtige- en planten met vrouwelijke bloemen. De bloembuis en de kelkbladen zijn rozerood, de kroonbladen zijn lavendelroze. De bessen zijn bijna kogelrond.
Opmerkingen:
De naam mixensis komt van Mixe, een provincie in Mexico.
De naam Zempoalt komt waarschijnlijk van de vindplaats Cerro Zempoaltepetl.
Fuchsia paniculata ssp.mixensis
Schufia.

beschr.arborescens.

beschr.paniculata.

arborescens americana.

arborescens 69-148.

paniculata.

paniculata lindley.

paniculata parva.

paniculata finca pirineos.

paniculata las margueritas.

paniculata reiman.

paniculata mixensis.