Bladeren tegenoverstaand, papierachtig, elliptisch en groot, 11 - 25 cm. lang en 4 - 10 cm. breed, aan de oonderzijde langs de nerven zacht behaard, de bovenzijde glad, alleen op de nerven korte haartjes. De bladrand is gezaagd met klieren op de tandeinden. De bloempluimen met kleine, talrijke bloemetjes staan rechtop. Ook hier planten met tweeslachtige- en planten met vrouwelijke bloemen. De bloembuis en de kelkbladen zijn rozerood, de kroonbladen zijn lavendelroze. De bessen zijn bijna kogelrond.